JOHAN BOERE

Het wegzetten van lekkere 'grooves', met zijn vijven. Dat is voor Johan het spelen met Slagerij van Kampen. Vijf gelijkwaardige frontmensen, in plaats van in je eentje achter een drumstel een band begeleiden, ‘wat overigens ook erg leuk is om te doen’. Dat je met jouw favoriete instrument, avond aan avond, in de hoofdrol op het podium kan staan, om daar te doen wat je het allerleukst vindt: je bovenste beste drumspel laten zien, dat is echt uniek te noemen. Zeker als het lekker beukt en je merkt dat het publiek met een geweldige impact wordt overdonderd.

Theatershows vindt Johan erg leuk om te spelen. Vooral als de band na een aantal voorstellingen een bepaalde routine heeft ontwikkeld en hij de rust vindt om ondertussen te genieten. Dan verdwijnt de plankenvrees en wordt elke avond weer een feestje. Maar het meest indrukwekkend vindt hij het spelen op grotere festivals, zoals festival Mundial in Tilburg. 55 duizend mensen voor je neus, dat maak je, als al je geluk hebt, maar een paar keer in je leven mee. De beelden ken je natuurlijk van de televisie. Maar als je daar dan zelf staat en live, vanuit je eigen perspectief, die dansende mensenmassa ziet, dan lijkt het ineens alsof je in je eigen TV show staat te spelen. Vreemd en tegelijkertijd superspannend.

Als drummer van de band is het zijn taak om te zorgen dat de band muzikaal ‘bij elkaar blijft’. Dat de muziek als een geheel ten gehore wordt gebracht en het bandje aan de gang blijft. ‘Dance of the Dru[id]’ is zijn tweede favoriete nummer, direct na ‘A Room with Three Views’. Vanwege de verschillende sferen binnen dat ene nummer en de overdonderde impact aan het eind. Een favoriete trommel heeft hij niet: als er maar een vel op zit. Etnische Percussie, Westerse of Afrikaanse akoestische trommels, een drumstel. Johan vindt het leuk om op alles te slaan, wat ‘ongestemd slagwerk’ heet.

Naast zijn werkzaamheden bij Slagerij van Kampen runt Johan zijn eigen drumschool. Hij hoopt nog heel lang door te mogen gaan, als bandlid van Van Kampen. Als het over ambities gaat zegt hij - heel eerlijk - dat hij ze eigenlijk al waar heeft kunnen maken. Want wat valt er nog meer te bereiken, als je misschien wel meer dan 100 keer per jaar voor volle zalen met enthousiast publiek mag staan. Als je het zover hebt geschopt dat mensen speciaal voor jou en je collega’s komen. Dat dat voor hem is weggelegd kan hij soms maar moeilijk geloven. Dus graag nog heel lang zo doorgaan!